logo albanieblog


27 Dumrea, Berat 2, Alpeta


Van Holtë ging het naar Berat via het zeven-merengebied Dumrea, waar ik eigenlijk niet veel meer over kan zeggen dan dat de infrastructuur op flinke stromen toeristen is ingesteld, maar deze er in ieder geval op die dag niet waren. Een open-dek-passagiersboot voer zonder passagiers rondjes over het meer bij Belsh, het nieuw aangelegde voetpad was leeg, in het centrum stond een rij ongebruikte kinderfietsjes voor de verhuur. Het had ondanks de stralende zon iets treurigs oostblokkerigs. Alleen Bujtina Zejtaria in Seferan was afgeladen met Albanezen die hun weekend vierden, dat was leuk.


flat
Hotel in Belsh bij laagseizoen

keuken
Vrouwen snijden paprika's voor het diner in de keuken van Bujtina Zejtaria in Seferan


Berat

Berat was anders, vol leven en toeristen, zelfs nu in het verre naseizoen. Er was een nieuwe ruime weg uit het noorden naar de berg. We mochten zo het kasteel in rijden en konden voor de deur van ons guesthouse, Kris, parkeren. Een prachtige plek vlakbij mijn favoriete kerkje, Kisha e Shen Mërise Vllaherna, met uitzicht langs de rand van een eeuwenoude muur en flinke slierten afval over de stad beneden. Het guesthouse was ook weer mooi, met een groene binnenplaats, een traditionele ingebouwde veranda en een terras onder druivenbladeren.


paard
Bij de ingang van het kasteel

bruid
Trouwwagen bij het vroegere arsenaal


Het pad langs de berg, dat in 2018 nog in aanbouw was met hulp van de EU, ik dacht eerder de wereldbank, was af en werd dankbaar gebruikt, niet alleen door voetgangers, zoals ik dacht dat de bedoeling zou zijn, maar ook door auto's, en meestal niet de kleinsten.


halveti tekke
Ornament bij de geheel gerestaureerde Halveti-tekke in het Middeleeuws kwartier in Mangalem


De eerste avond gingen we eten in restaurant Kleia, waar Jet ik ook met Marius en Klejda waren geweest toen we de burgemeester hadden ontmoet. We werden geholpen door een buitengewoon energieke ober die luisterde naar de 'vreemd klinkende' naam Xenofon. Hij was pas 24, maar had al heel wat levenservaring, zo leek het, en de grootste praatjes. You understand what I'm saying zei hij steeds. Hij runde het restaurant en hotel met zijn moeder samen, net als onze gastheer Aldi (tuurlijk wel), nadat hij ik meen in Schotland had gewoond en in Chemnitz, de meest oud-communistische plek van Europa, dacht hij, alles was grauw, er was helemaal niets. Toch was hij liever daar, liet hij weten, dan in Zürich, dat hij ook had leren kennen. Daar was alles zo netjes, zo schoon en geordend, dat hij na een dag wilde gillen en alles kapot wilde maken.

Wat hij ook zei: dat hij tot een omzet van 80.000 euro per jaar geen belasting hoeft te betalen. Terwijl hij dat wel zou willen, zodat de straat schoongemaakt werd en er meer voorzieningen waren, do you understand what I'm saying? Na een uur en nog enkele rake raki's van het huis hingen we uitgeput in de touwen. Xenofon had zijn jas aangedaan, ik had het idee dat hij zo naar huis zou gaan. Maar dat was niet zo. Who cleans this? vroeg hij. Bovendien was hij al thuis.

Hotel Colombo en een wandelende tak

Het druivenbladerdek kwam de volgende dag terug, bij een bezoek aan Alpeta, een fameuze plek voor wijn en culinaire sensaties in Roshnik, zo'n 20 kilometer van Berat richting Tomorr. Eerst deden we een piepklein rondje kasteel (Willen jullie een museum zien, vroeg ik. Nee, zei Maud zonder omhaal) en liepen het pad af naar beneden om een bankomaat te zoeken. Vlak daarbij was het protserige gebouw dat op het capitool leek, gebouwd door een vies rijke zakenman, die ijdel genoeg was er zijn eigen universiteit te willen vestigen, een bestemming die kennelijk toch tien jaar geduurd heeft, van 2009 tot 2109. Sinds 2020 herbergt het een vijfsterrenhotel, Colombo. Of we zo een kopje koffie konden gaan drinken, vroeg ik, met een blik naar mijn gore legging en de korte broek van Ig. Sure, sure, zei de mevrouw bij de balie beleefd. We waren toch de enigen. Even later zaten we wat verloren in een kolossale zaal met hoog plafond, die ondanks de ambities toch echt oud-communistisch aandeed, een beetje donker en een beetje kaal, licht tot mededogen bewegend, niet prettig. De prijzen waren overigens bescheiden voor een vijfsterrenhotel, ik meen 80 euro voor een tweepersoonskamer. Het was vooral de behuizing die intimideerde.

We moesten nog een beetje haasten omdat we om 13 uur hadden afgesproken, het pad weer op en door de stenen straatjes van het kasteel, langs de rode moskee en de Romeinse cistern, een vervallen bak in de diepte die vier jaar geleden trouwens nog wemelde van vleermuizen maar waar ik nu slechts één familie ontwaarde. Ik las vanmorgen vol afschuw en ongeloof dat de omvang van populaties gewervelde dieren de afgelopen vijftig jaar met 69% is afgenomen, nou voor deze was het wel 90% in vier jaar.

Misschien dat de populatie wandelende takken wel intakt was? Maud zag er in ieder geval zomaar een op een pad. Ze wilde nog gauw even een foto maken, waarna zij op de twee seconden die Apple na de foto meepakt een grote zucht hoorde van achter uit de keel, die ons allen zeer intrigeerde. Was het het beest, of zijzelf? Sinds die zucht met me meereist hoor ik hem overal. Het is een zucht van ouderdom denk ik, en van een vol gevoel, ik denk door andere eetgewoonten, want alleen iets meer wijn kan het toch niet zijn...


arsenaal
Boven

onufri
Detail van muurschildering boven de ingang van het Onufri Museum

hondje
Cerberus bewaakt de bloemen


Alpeta

Aldi had ons aangeraden met de taxi te gaan en had zijn vriend Sherif besteld, een van die jongens die behoorlijk te dik zijn en vrijwel kaalgeschoren, waar je er hier heel wat van ziet: ze hebben een pratend achterhoofd door de plooien maar aan de voorkant komt er niet veel uit behalve geschreeuw uit het raampje naar kennissen.

We waren duidelijk niet de enigen die hadden besloten naar Alpeta te gaan. Wat heet, bij de plek aangekomen kwamen we in een gigantische opstopping terecht bij een soort lus aan het einde van de weg. Aldi, Aldi, hoorden we Sherif zeggen tegen een oudere man die de chaos probeerde te coördineren. Dat komt wel goed, dachten wij, maar toen we binnen waren bleven we zoekend rondkijken naar iemand die ons zou helpen. Jonge mensen renden daar heen en weer met bladen vol eten en glazen, door het binnenrestarant naar buiten, een houten trap af, maar daar openbaarde zich de werkelijk paradijselijke aanblik van wervelend zonlicht onder het groen. Er stonden lange gedekte tafels vol eten en glazen wijn, mensen zaten heel geanimeerd te praten, kinderen renden rond, een en al genot en idylle, het leek wel een schilderij van Monet.

Alleen... voor ons was geen plaats, en het zag er niet naar uit dat iemand van plan was binnen afzienbare tijd te vertrekken, dus we dropen weer af naar het restaurant. Een Engels sprekende jongen verontschuldigde zich. Ze zouden hun best doen, zei hij, maar we moesten weten dat het zondag was en dat ze al twee maanden geleden waren volgeboekt. Het was dat Aldi had gebeld toen we al onderweg waren, zei hij, anders hadden ze ons moeten weigeren.

We mochten even in een andere tuin gaan zitten en een wijn drinken. Ik had me eigenlijk ook op een wijnproeverij verheugd, maar tegen deze tijd, het was een uur of twee, dachten we vooral aan eten. Gelukkig kon Ignace wel even rustig mijn Albanese sim-kaartje in zijn router zetten en instellen, zodat ik weer online was. Vreugde! Het was - erg genoeg, bijna alsof ik weer kon ademhalen.

Toen we, volgens mij pas twee uur later, eindelijk konden gaan eten in de druiventuin, was de bevrediging evenredig met het ongeduld van het wachten. We hadden een huismix besteld, geit en kip (never, never, never ever eat chicken in Albania, had Xenofon ons aangeraden), gevulde aubergine, kaas, brood, eigenlijk totaal niet origineel, maar het smaakte zo lekker en we zaten daar zo romantisch, dat ik het denk ik van mijn leven niet zal vergeten.


kinderen
Kinderen in de wijngaard van Alpeta

alpeta
Zondag in Alpeta, veel bezoekers zijn Albanezen uit het buitenland of uit Tirana


Maud en Ig vertrokken de volgende dag, richting het klooster van Ardenicë, Zvernec en Vlorë, waar ze 's avonds zouden zoeken naar het hotel dat Jet en mij toen zo bevallen was en waar ook de gasten van Wie is de mol hebben geslapen vorig jaar. Het heeft nu de belachelijke naam Vila Derwishaj en nog iets, misschien wel om toeristen af te schrikken. Dat ze het gevonden hadden bleek uit een foto die Maud 's avonds stuurde, van de oude man die daar woonde, die wij mister Hemmingway noemden en van wie we samen met ons een foto hadden laten maken. We hingen ingelijst en al in de eregalerij. Toch een vreemde gewaarwording.

Ik vond het eerlijk gezegd niet erg om even alleen te zijn omdat ik wilde werken aan dit blog. Je gelooft het misschien niet, laat staan dat je het er aan af ziet, maar dat is echt gigantisch veel werk. De foto's downloaden, resizen en in een aparte map zetten (!) zodat je het originele formaat behoudt, dan het verhaal maken en bijschaven, alles bij elkaar, uploaden, nog een keer aanpassen, enzovoort, gewoon bijna een halve dag werk per aflevering denk ik. Voor wie doe je het dan, vraag je je af? Nou, ik hoop dat jullie ervan genieten, maar ik doe het zeker ook voor mezelf, om alle informatie te verwerken. Vooral gesprekken vind ik vaak zo betekenisvol, dat ik ze niet wil vergeten. En de informatie vergroot mijn kennis van het land. Waarvoor ik ook hier ben, niet te vergeten.

Mihal

Maar goed, hoewel ik graag alleen wilde zijn, duurde het niet lang, na een vruchteloze zoektocht in het noordelijk deel van Berat om de rufai-tekke te vinden waar derwishen incidenteel nog aan zelfkastijding zouden doen (altijd fijn) of ik stond weer ergens in een of andere wijnkelder ah en oh te roepen in het kader van mijn 'onderzoek'. Het was de kleine wijnmakerij op de binnenplaats van een woning van Mihal Hoco, in Gorica. Hij was de derde generatie van een familie van wijnmakers, die twee hectare land had ten zuiden van de stad, in Gjeroven. Zijn neef runde het nieuwe hotel Tradita e Beratit ernaast, en bood proeverijen aan, vandaar. Mihal had nog meegemaakt dat de druiven per paard werden binnengehaald en met de voeten werden gestampt, nu had hij op een andere binnenplaats verderop een pers staan, een emaille bak met een draaiding erin, waarmee het sneller ging.

Zo primitief zag het eruit! En zo onvoorstelbaar dat het product uit zo'n smerig nat je naar zulke spirituele hoogten (ahum) kan brengen. Ik kreeg een likeurtje en een raki, en toen ik maar enthousiast bleef doen moest ik natuurlijk ook zijn privéwoning zien. Zijn vrouw was aan het werk, hij noemde het woord doxhia, en criminelen, ik weet niet wat hij bedoelde, al red ik mezelf trouwens aardig met mijn 50Languages-Albanees, maar goed, het eindigde ermee dat hij op zijn terras stukken fruit voor me aan het snijden was en hij de buurvrouw, die beneden haar was stond op te hangen, trots vertelde dat hij een Hollandse toerist op visite had.
 
Ik kreeg ook brood en jam, het was bijna een complete lunch. Ik voelde me wat onzeker over de vraag of ik wat moest geven voor de rondleiding, omdat ik weliswaar helemaal niet het gevoel had dat het hem daarom ging, maar we dit weleens hebben meegemaakt, in Delvin toen, en eerder in Berat. Mihal vond zelf van niet. Po pse? vroeg hij. Se pse... zei ik, verder kwam ik niet. Ik wilde de maaltijd afmaken in Antigone - alles voor het onderzoek weet je toch - waarvan een lezer het onterecht vond dat ze een plaats in mijn boek gekregen hadden, want, zo had ze de uitgever geschreven, dit en dat en toen zat er ook nog een stuk verpakkingsmateriaal in het eten! Ik moest haar wel gelijk geven dat er betere waren.


hippies
Oude hippies op de brug van Gorica

kade
Kadeversteviging in Gorica

wijn
De selectie van de familie Hoco

ton
Druivensap na twee dagen gisten. Mihal had in totaal ongeveer 20 van deze tonnen

poes
De kat in de oven met haar speeltje

jam
Dessert voor twee

mihal
Mihal maakt een hapje voor zijn gast


Eni

Maud en Ignace waren vertrokken met regenachtig weer, en ook de dagen daarna bleef het zo. De volgende dag at ik bij Eni, weer in Gorica, en was er weer zo'n verhaal. Hij had social studies en genderequality gestudeerd in Tirana maar was terug thuis niet aan het werk kunnen komen, vertelde hij, omdat hij niet de juiste connecties had. Daarom was hij met zijn moeder dit restaurant begonnen (alweer moeder en zoon, Xenofon en Aldi ook al). Zij was een geweldige kok volgens hem, want ze had veertig jaar geleden voor de regering gekookt.

De jongen had het niet makkelijk, kon ik wel zien, hij stond constant in zijn armen te knijpen (spierpijn) en maakte een zeer vermoeide indruk. Al drie jaar werkte hij elke dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat om de tent van de grond te krijgen, vertelde hij, elke cent die ze verdienden, werd erin geïnvesteerd. En dat niet alleen. Oma had in 2020 corona gekregen, en er was geen plek meer geweest in het ziekenhuis, toen hadden ze een zuurstofapparaat moeten huren voor thuis, en dat had zoveel geld gekost, dat ze net pas klaar waren met afbetalen. Oma was dood. But I'm glad, zei hij, because we tried everything.

Na deze ontmoeting heb ik vanaf de Rruga Antipatreia heel langzaam het steile pad beklommen naar de Byzantijnse Kisha e Shën Mehellit, de Michaelskerk, een klein kerkje gebouwd tegen de rots van Berat aan met een indrukwekkend hoge toren en daaronder iets Gregoriaans dat we ook in de Mariakerk van Elbasan zagen. Binnen kreeg ik een kaars van iemand die daarna een plichtmatig verhaal afstak waar ik niets van begreep en daar 200 lek voor wilde. De kaars was overigens door Mihal Hoco gemaakt, de wijnmaker, en ook in zijn veredelde inloopkast.

Na het kerkje kon ik gewoon doorlopen want sinds vorig jaar is het pad daar vandaan doorgetrokken naar het kasteel, langs verschillende holtes in de rots. Het was steil maar goed te doen en het uitzicht was grandioos. Hierna was ik wel zo moe, dat ik geen weerstand meer had tegen de smeekbeden van een vrouw die boven naast de akropolis geborduurde kleedjes stond te verkopen. Ik vond er een wel mooi (maar voor wie?) en voor ik het wist rende ze met mijn briefje van 5000 naar haar huis voor 3000 wisselgeld. Later zag ik dat het eigenlijk gaasdoek was waarop ze had zitten borduren. Alleen het borduursel zelf was mooi. Maar ja. Beter dan die draadmaaier die ik toen voor Xeni had gekocht, zullen we maar zeggen. Ik ga vooruit.


capitool
Uitzicht naar het oosten vanaf de nieuwe brug op 'het capitool' waar nu Hotel Colombo gevestigd is

pad omhoog
Uitzicht op Gorica vanaf de rots

jawa
Een oude bekende (zie blog aflevering 6)

kris
Een laatste blik op regenachtig Berat, hier met Guesthouse Kris




Door naar de volgende aflevering
Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100